MOD en ROW gebruiken om hyperblocks op te maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe de functies MOD en ROW kunnen worden gebruikt om verschillende opmaak toe te wijzen aan afwisselende regels in een rapport op basis van hyperblocks. Hierbij wordt gebruikgemaakt van voorbeeldrapport RP007 uit de voorbeeldapplicatie.

Rapport RP007 bevat twee overlappende hyperblocks, die zijn gemaakt op basis van de dimensies Region en Period van de Analysis-kubus uit de voorbeeldapplicatie. De opmaak van hyperblock Region is een donkergrijze achtergrond met een witte onderrand. In een voorwaardelijke opmaak in de hyperblock worden de spreadsheetfuncties MOD en ROW gebruikt om de lichtgrijze achtergrond toe te passen op afwisselende cellen.

De ROW-functie retourneert het aantal van een rij dat wordt gespecificeerd door een celverwijzing. De syntaxis ervan is =ROW().

De MOD-functie deelt een getal door een ander getal en retourneert het quotiënt. De syntaxis ervan is =MOD(deeltal, deler)

Als u =n toevoegt aan de MOD-functie wordt de waarde WAAR of ONWAAR geretourneerd. De formule =MOD(15,2)=1 retourneert bijvoorbeeld WAAR. Maar =MOD(14,2) retourneert ONWAAR. 15 gedeeld door 2 geeft namelijk een restgetal van 1. Maar 14 gedeeld door 2 geeft geen restgetal.

De voorwaardelijke opmaak maakt gebruik van de ROW-functie voor het retourneren van het rijnummer, en de MOD-functie voor het retourneren van de quotiënt van de deling van dat rijnummer door 2. Voor elke afwisselende rij is het restgetal van deze deling 0 of 1.

De formule voor de voorwaardelijke opmaak is MOD(ROW(),2)=1. De ROW-functie wordt dus gebruikt als getalsargument van de MOD-functie. Als het quotiënt van de deling van het rijnummer door twee een rest 1 geeft, wordt de voorwaardelijke opmaak toegepast.

Ga als volgt te werk om een rapport op basis van hyperblocks met afwisselende rijkleuren aan te maken: