Diagrammen bewerken

Nadat u een diagram hebt gemaakt, kunt u niet terugkeren naar de wizard Kaart om wijzigingen te maken. In plaats daarvan gebruikt u het dialoogvenster Gegevensbron.

  1. Dubbelklik in de ontwerpmodus op het diagram om het te bewerken. Er wordt een brede rand weergegeven.
  2. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Gegevensbron.

Als de diagramgegevens in hyperblocks staan, wordt één reeks weergegeven in het deelvenster Lijst van reeksen. De reeks toont de verwijzingen van de cellen waaruit het diagram zijn gegevens haalt. Als de diagramgegevens in werkbladcellen staan, is er een reeks voor elke gegevenskolom of -rij.

U kunt de celverwijzingen bewerken zoals vereist. U kunt bijvoorbeeld een aanvullende gegevensrij toevoegen aan het werkblad, of een cel toevoegen aan een hyperblock.

Het dialoogvenster Gegevensbron biedt drie opties:

Voorbeeldgegevens
Als u in de ontwerpmodus voorbeeldgegevens aan het diagram wilt toevoegen of eruit wilt verwijderen, klikt u op Voorbeeldgegevens om het dialoogvenster Voorbeeldgegevens te openen. U kunt het aantal voorbeeldreeksen en -categorieën laten overeenkomen met de werkelijke gegevens. Dit kan handig zijn als u elke gegevensreeks afzonderlijk wilt opmaken.
Door elke voorbeeldreeks op te maken in de ontwerpmodus, hoeft u niet te schakelen tussen de ontwerp- en de weergavemodus om de opmaak te controleren. Als u vervolgens naar de weergavemodus schakelt, zijn alle reeksen opgemaakt zoals vereist.
U moet mogelijk ook de voorbeeldgegevens wijzigen als u bijvoorbeeld elk item in een diagramlegenda wilt opmaken, de categorieas schaalt of als u een animatie voor afzonderlijke gegevensreeksen inschakelt.
Als u het selectievakje Voorbeeldgegevens tonen uitschakelt, geeft het diagram in de ontwerpmodus alleen de gegevens weer die in de ontwerpmodus zichtbaar zijn. Als de gegevens bijvoorbeeld in een hyperblock staan is alleen de waardecel van het hyperblock zichtbaar in de ontwerpmodus, en wordt slechts één waarde weergegeven in het diagram.
Toevoegen
Als de diagramgegevens in werkbladcellen staan en u een gegevensrij of -kolom toevoegt die moet worden opgenomen in het diagram, klikt u op Toevoegen. De huidige geselecteerde reeks wordt gekopieerd. Vervolgens kunt u de reeks bewerken om de celverwijzingen van de nieuwe rij of kolom weer te geven.
Bericht weergeven als diagramgebied te klein wordt
Deze optie waarschuwt u als een diagram te veel gegevensreeksen bevat om correct weer te geven. De optie heeft betrekking op diagrammen met 1000 gegevensreeksen of meer.
Verborgen gegevens weergeven
Mogelijk wilt u sommige gegeven uitsluiten van een diagram.
Ga als volgt te werk om een gegevenskolom of -rij van een diagram uit te sluiten:
  1. Verberg de kolom of rij in het werkblad.
  2. Schakel het selectievakje Verborgen gegevens weergeven uit.
Als u Verborgen gegevens weergeven weer inschakelt, geeft het diagram de gegevens in de verborgen kolommen of rijen weer.
Gegevens in
Selecteer rijen of kolommen zoals vereist voor het diagram.