De eigenschappen Text en GlobalText van globale variabelen en aangepaste instellingen

Elke widget in een dashboard bevat een eigen werkblad-engine. Als meerdere widgets verwijzen naar dezelfde globale objecten, worden deze objecten gekloond naar de engine van elk van de widgets. Wanneer twee widgets verwijzen naar dezelfde globale variabele, kunt u dus de variabele in een van de widgets bijwerken zonder de waarde van de gekloonde variabele te beïnvloeden. Hierdoor kunnen meerdere widgets parallel berekeningen uitvoeren.

De Text-eigenschap van een globale variabele retourneert de waarde van de variabele alleen in de huidige widget. In sommige situaties zal de waarde van een globale variabele echter beschikbaar moeten zijn voor elke widget in een dashboard. De GlobalText-eigenschap van een globale variabele retourneert de waarde die als laatste is weggeschreven door een van de widgets in een dashboard.

GlobalText vereist aanvullende communicatie met de server om de meest recente waarde van de repository op te halen. We raden u aan om GlobalText alleen te gebruiken als het essentieel is om de meest recente waarde op te halen.

NB

De Application Studio-client kan de meest recente waarde niet ontvangen. Daarom moeten testen in dashboards worden uitgevoerd.

U kunt het volgende voorbeeld gebruiken om het verschil te bekijken tussen de eigenschappen Text en GlobalText:

  1. Maak een globale variabele met de naam gv_test en ken hieraan de waarde Widget 1 waarde toe.
  2. Maak twee rapporten en noem deze Rapport 1 en Rapport 2.
  3. Geef in afzonderlijke cellen in Rapport 1 het volgende op: =globalvariables.gv_test.text en =globalvariables.gv_test.globaltext .
  4. Definieer in Rapport 2 een actie om de waarde van gv_test in te stellen op Widget 2 waarde.
  5. Geef in afzonderlijke cellen het volgende op: =globalvariables.gv_test.text en =globalvariables.gv_test.globaltext.
  6. Voeg beide rapporten toe aan een dashboard.
    De widgets geven de volgende waarden weer:
    Eigenschap Rapport 1 widget Rapport 2 widget
    Text Widget 1 waarde Widget 1 waarde
    GlobalText Widget 1 waarde Widget 1 waarde
  7. Voer de actie uit in de widget Rapport 2.
    In de Rapport 2 widget worden de door Text en GlobalText geretourneerde waarden gewijzigd naar Widget 2 waarde.
  8. Vernieuw het dashboard.
    De widgets geven nu de volgende waarden weer:
    Eigenschap Rapport 1 widget Rapport 2 widget
    Text Widget 1 waarde Widget 2 waarde
    GlobalText Widget 2 waarde Widget 2 waarde