Invoergegevens springen opgeven
U kunt invoergegevens en parameters instellen voor rapportsprongen. Net als een parameter is een spronginvoer een paar objecten met een waarde die moet worden ingesteld. Invoergegevens voor springen gebruiken de rapportobjecten van het bronrapport als verwijzing. Parameters gebruiken de rapportobjecten van het doelrapport als verwijzing. Beide kunnen globale objecten als verwijzing gebruiken.
Als er een actie 'Als het rapport wordt geladen' in een doelrapport aanwezig is, wordt de actie uitgevoerd nadat het rapport is geladen en voordat de parameters voor het springen worden toegepast. Een waarde die door de parameter wordt ingesteld kan dus niet in de actie bij laden worden gebruikt. Als u een waarde wilt instellen die kan worden gebruikt in de actie bij laden, gebruikt u invoergegevens voor het springen. Invoergegevens voor springen worden uitgevoerd in het bronrapport, voordat de sprong wordt uitgevoerd.