Stijlen en opmaakmodellen

Stijlen

Een stijl is een verzameling eigenschappen die de celopmaak bepalen. De standaardstijl bestaat bijvoorbeeld uit het lettertype Arial, de lettergrootte 10 punten, de getalnotatie Standaard en bovendien geldt dat cellen beveiligd zijn tegen schrijven en geen achtergrondpatroon hebben. Voor de stijl Percentage daarentegen is gedefinieerd dat de getalnotatie Procent is.

De stijlen staan in de werkbalk Opmaak. Open de ontwerpmodus en selecteer Weergave > Werkbalken > Opmaak.

Als u een stijl op een cel wilt toepassen, klikt u in de cel en selecteert u de gewenste stijl in de lijst met stijlen in de werkbalk Opmaak.

U kunt stijlen gebruiken om een opmaakmodel aan te maken. De stijlen in een opmaakmodel worden op alle rapporten toegepast die aan dat opmaakmodel zijn gekoppeld.

U kunt een lijst zodanig opmaken dat de elementen op elk niveau in de hiërarchie een andere stijl krijgen.

U kunt een lijst ook zodanig opmaken dat de gegevens op elk niveau een andere stijl krijgen.

NB

Stijlen kunnen alleen in de ontwerpmodus worden gewijzigd.

Opmaakmodellen

De stijlen in een opmaakmodel kunnen worden gewijzigd en u kunt stijlen toevoegen. Deze stijlen worden vervolgens toegepast op elk rapport dat op het opmaakmodel is gebaseerd. Hierdoor kunt u verschillende rapporten op een consistente manier opmaken.

U kunt een nieuw rapport baseren op een opmaakmodel. Of u kunt een opmaakmodel aan een bestaand rapport toewijzen.

Als u een opmaakmodel aan een bestaand rapport toewijst, of als u een nieuwe stijl aan een opmaakmodel toevoegt, moet u de stijlen uit het opmaakmodel naar de afzonderlijke rapporten kopiëren.

De instellingen op rapportniveau overschrijven de instellingen van het opmaakmodel waarop het rapport is gebaseerd. Speciale instellingen overschrijven de standaardinstellingen. De celopmaak van het opmaakmodel en het rapport worden vergeleken in het dialoogvenster Cellen opmaken.

U kunt geen sjabloon toewijzen aan een opmaakmodel.

Het combineren van lokale opmaak en stijlen uit opmaakmodellen in één rapport wordt afgeraden. Als u de lokale opmaak uit een cel wilt verwijderen, past u de standaardopmaak toe.

NB

De rapportstijlen zijn alleen zichtbaar in de weergavemodus en foutopsporingsmodus van rapporten die op deze stijlen zijn gebaseerd. Als u na het toewijzen van een opmaakmodel aan een rapport geen resultaten ziet, controleert u of de weergavemodus of foutopsporingsmodus is ingeschakeld en of de stijlen van het opmaakmodel beschikbaar zijn.