Aangepaste instellingen en variabelen

Met variabelen kunnen waarden binnen en tussen rapporten worden doorgegeven. Variabelen kunnen specifiek zijn voor een bepaald rapport of ze kunnen globaal zijn. Ze kunnen ook permanent of niet permanent zijn. Aangepaste instellingen en globale variabelen zijn vergelijkbaar, maar er zijn belangrijke verschillen. U kunt bijvoorbeeld aangepaste instellingen gebruiken in Application Engine en deze instellingen kunnen worden versleuteld.