Gebruik en voorbeeld

In het kader van dit voorbeeld wordt de notitie die met de web-extensie voor de RTF-editor is gemaakt, opgeslagen in een Application Studio-rapportvariabele. De notitie zal meestal worden weggeschreven naar een OLAP- of relationele database.

Ga als volgt te werk om de web-extensie voor de RTF-editor in te voegen en te configureren:

  1. Maak een Application Studio-rapport.
  2. Maak een rapportvariabele met de naam NotitieRTF.
  3. Sleep de variabele NotitieRTF naar cel A11.
  4. Definieer een actie Parameters instellen in cel A11 en selecteer Web-extensie als modus. Klik in de sectie Parameters op Parameter toevoegen en selecteer de rapportvariabele NotitieRTF. Geef in het dialoogvenster Waarde bewerken de volgende functie op als de waarde van de parameter:=GETPROPERTY(Actions.Input.text,"OpgemaakteNotitie","inhoud")
    De functie leest de opgemaakte tekst uit het resultaat van de actie.
  5. Voeg de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel in de opgegeven celbereiken in.
    A12:A14
    ONWAAR
    WAAR
    WAAR
  6. Selecteer Web-extensie in de werkbalk Objecten en dubbelklik op de web-extensie voor de RTF-editor.
    De cursor verandert in een kruiscursor.
  7. Sleep de cursor om de web-extensie in te voegen en de grootte en positie ervan in te stellen.
    Het dialoogvenster Web-extensie opmaken wordt weergegeven.
  8. Geef de volgende parameters op. Geef ="" op om waar mogelijk standaardwaarden te gebruiken:
    Tekst
    =A11
    Alleen lezen
    =A12
    De volgende waarden zijn geldig:
    • WAAR
    • ONWAAR

    Indien WAAR wordt weergegeven, wordt de editor weergegeven in de alleen-lezen modus en kunnen teksten niet worden gewijzigd.

    Automatische focus
    =A13
    De volgende waarden zijn geldig:
    • WAAR
    • ONWAAR

    Indien WAAR wordt weergegeven, wordt de editor gefocust tijdens het initialiseren van het rapport.

    Opgemaakte teksten en teksten zonder opmaak opslaan
    =A14
    De volgende waarden zijn geldig:
    • WAAR
    • ONWAAR

    Indien WAAR wordt weergegeven, worden teksten opgeslagen als opgemaakte tekst en als tekst zonder opmaak

    Automatisch opslaan
    =WAAR
    De volgende waarden zijn geldig:
    • WAAR
    • ONWAAR

    Niet-opgeslagen gegevens worden aanduid door een driehoek in de linkerbovenhoek van de editor.

    Indien de parameterwaarde WAAR is, worden teksten automatisch opgeslagen en wordt de knop Opslaan niet weergegeven.

  9. Klik op OK.
  10. Bekijk het rapport in een webbrowser.
In de bewerkingsmodus bevat de werkbalk de volgende opties:
  • Tekengrootte
  • Lettertypefamilie
  • Tekenkleur
  • Opmaak verwijderen
  • Tekenstijl
  • Tekstuitlijning
  • Geordende lijst
  • Ongeordende lijst
  • Tekst inspringen
  • Hyperlink
  • Opslaan
  • Negeren