LINESTB, LINESTM, LINESTR

LINESTB en LINESTM retourneren de afzonderlijke waarden die met de functie LIJNSCH van Microsoft Excel worden geretourneerd als een matrix. Dit houdt in dat deze functies respectievelijk de waarden m en b retourneren uit de vergelijking y = mx + b, die wordt gebruikt voor lineaire trendanalyses.

Met LINESTR wordt de correlatiecoƫfficiƫnt van een lineaire trendanalyse opgehaald.

De syntaxis van alle drie de functies is hetzelfde. En de syntaxis is hetzelfde als voor de Excel-functie LIJNSCH, maar bevat alleen het vierde argument Stats van LIJNSCH niet.

Deze functies hebben de volgende syntaxis:

  • =LINESTB(y_waarden,x_waarden,[constante])
  • =LINESTM(y_waarden,x_waarden,[constante])
  • =LINESTR(y_waarden,x_waarden,[constante])

De constante parameter is optioneel en verwijst afhankelijk van de functie naar de constante B, M of R. De waarde ervan kan Waar of Onwaar zijn. Indien Waar of niet opgegeven, wordt de waarde van B, M of R normaal behandeld. Indien Onwaar, wordt de waarde van B, M of R behandeld als 0.