GETOLAPNAMEA

Deze functie retourneert een matrix van de naamkenmerken uit een matrix van elementen van de OLAP-metagegevenshiërarchie.

De functie vereist de unieke namen van de elementen.

Als slechts één unieke naam wordt opgegeven, heeft de functie dezelfde werking als GETOLAPNAME.

Syntaxis

=GETOLAPNAMEA("unieke_naam" {,"unieke_naam"})

Voorbeeld

Cel G7 bevat de volgende matrix van twee unieke namen van elementen:

#("[repository].[bestpracticesolap].[analysis].[pos].[pos].[pos].[all]","[repository].[bestpracticesolap].[analysis]")

Dit voorbeeld retourneert #("[POS].[All]","Analysis").

=GETOLAPNAME(G7)