Langdurige Application Engine-processen beheren

In het dashboard Application Engine-processen kunt u details bekijken van langdurige Application Engine-processen en deze processen stoppen of geforceerd stoppen. Als u een proces stopt, wordt deze op de gangbare wijze afgesloten. Het geforceerd stoppen van een proces zorgt ervoor dat het onmiddellijk wordt gestopt en in een inconsistente status wordt afgesloten.

De procesdetails omvatten de procesnaam, begintijd, duur en stoptijd, indien van toepassing. De lijst met processen wordt gewist na een gedefinieerde tijd of als het werkproces van de logboekservice of beheerprocessen wordt herstart.

U kunt processen selecteren en op de knop Logboek weergeven klikken om de applicatielogboeken te bekijken.

NB

De knop Logboekweergave opent alleen de logboekweergave voor processen met een correlatie-ID. Correlatie-ID's worden automatisch gegenereerd voor achtergrondprocessen. Als u een correlatie-ID voor een synchroon of asynchroon proces wilt genereren, maakt en start u een aangepast logboekfilter met de gebeurtenis-ID voor proces uitvoeren op het informatieniveau. Als u de kolom Correlatie-ID en andere kolommen wilt weergeven, klikt u in het raster op Kolommen en schakelt u de desbetreffende selectievakjes in.

  1. Selecteer Dashboards > Farmbeheer > Application Engine-processen.
    De lijst van het dashboard toont alle actieve processen. Vernieuw het dashboard om de lijst met processen en de bijbehorende statussen bij te werken.
  2. U kunt desgewenst een proces stoppen of geforceerd stoppen. Schakel de selectievakjes in van de processen die u wilt stoppen en klik op Stoppen of Geforceerd stoppen, klik vervolgens op Proces stoppen of Proces geforceerd stoppen in het desbetreffende dialoogvenster.
  3. U kunt desgewenst de applicatielogboeken bekijken voor een of meer processen. Schakel de selectievakjes van de processen in en klik op Logboeken weergeven.
    De logboekvermeldingen voor de geselecteerde processen worden weergegeven in het dashboard Applicatielogboeken weergeven. U kunt de logboeken van processen die geen correlatie-ID hebben niet weergeven.
  4. Als een proces parameters bevat, klikt u op de invoer voor het proces in de kolom Parameters van het raster om de parameters en hun waarden ervan te bekijken.