Applicatierollen maken en bewerken

Elke applicatie biedt meestal een voorgedefinieerde reeks applicatierollen. U kunt de voorgedefinieerde dashboards ook gebruiken om nieuwe applicatierollen toe te voegen.

U kunt geen applicatierollen toevoegen aan de bedrijfsapplicaties of aan d/EPM Administration.

Ingebouwde rollen worden beveiligd. U kunt deze niet wijzigen, verwijderen of exporteren.

U kunt rollen vanuit de ene in een andere applicatie importeren.

Alleen gebruikers met beheersmachtigingen voor een specifieke applicatie kunnen machtigingstoewijzingen bewerken voor applicatierollen.

Selecteer Dashboards > Gebruikers- en machtigingsbeheer > Applicatierollen.
Selecteer in de widget Applicatierol de applicatie waarvoor u rollen wilt maken.
Klik op het pictogram Maken.
Geef een naam en eventueel een omschrijving op.
Type of selecteer een gebruikersrolclassificatie in het vakje Rang. Klik op OK.
Aangezien u meerdere rollen kunt toewijzen aan één gebruiker, kan het belangrijk zijn om te definiëren door welke rol waarden worden overgenomen die de gebruiker toegang geven tot specifieke instellingen. Voor een gebruiker met meerdere rollen worden de instellingen voor een applicatierol met de hoogste rang gebruikt.
NB
Hoe kleiner het getal, hoe hoger de rang. Een waarde van nul betekent dat er geen rang is toegewezen aan een applicatierol.
Selecteer de rol waaraan u machtigingen wilt toewijzen.
De machtigingen voor applicaties van de geselecteerde rol worden gemarkeerd in de widget Machtigingen voor applicaties.
Klik op het pictogram Bewerken in de widget Machtigingen voor applicatie en selecteer of deselecteer de machtigingen.
Klik desgewenst op het pictogram Rollen synchroniseren naar OLAP.
Om onnodige versies van de kubussen voor beveiligingstoegang in de OLAP-database te voorkomen, worden nieuwe en gewijzigde rollen niet automatisch gesynchroniseerd met de database. Het pictogram Rollen synchroniseren naar OLAP is geel als er niet-gesynchroniseerde wijzigingen zijn.