De referentiefactor configureren

U kunt een referentiefactor configureren en toepassen op meerdere toewijzingsconfiguraties.

Het pictogram Referentiefactor in het rapport Toewijzing geeft aan welke factorwaarden berekend zijn met de referentiefactor.

  1. Klik op het pictogram Startpagina.
  2. Selecteer Applicaties > Subplan > Workforce Planning > Configuratie > Rapport Toewijzing.
  3. Selecteer het dimensieniveau.
    Als u een niveau selecteert waarvoor al een referentiefactor geconfigureerd is, kan de configuratie worden gewijzigd en opnieuw worden toegepast.
  4. Klik op Referentiefactor.
  5. Selecteer een van de volgende opties:
    Optie Beschrijving
    Referentiegegevens gebruiken voor het berekenen van de factor Selecteer deze optie om referentiegegevens te gebruiken om de factorwaarden te berekenen. Selecteer de configuratieset, versie en periode die u wilt gebruiken.
    Voer de factorwaarde handmatig in Selecteer deze optie om de factorwaarde handmatig op te geven.
  6. Selecteer een van de volgende opties:
    Optie Beschrijving
    Alleen toepassen op ontbrekende factorwaarde Past de instellingen van de referentiefactor toe op kindelementen die geen handmatig opgegeven factorwaarde bevatten.
    Op alles toepassen Past de instellingen van de referentiefactor toe op alle kinderen onder de configuratie van de referentiefactor. Als de toewijzingsconfiguratie een factorwaarde bevat, wordt die factorwaarde overschreven et de factorwaarde die door de referentiefactor is berekend.
  7. Klik op Opslaan.