Een op een object gebaseerde werkstroom configureren

Op object gebaseerde werkstromen bestaan uit één of meer fasen. De op objecten gebaseerde werkstromen voor beslissingspakket top-down worden afzonderlijk beschreven. Iedere fase van de op objecten gebaseerde werkstroom kan uit meerdere stappen bestaan. Verschillende gebruikers kunnen verantwoordelijk zijn voor verschillende fasen en stappen. U kunt één of meer voorwaarden toepassen op stappen.

Elke voorwaarde op volgorde geëvalueerd. Als er aan een voorwaarde niet wordt voldaan, gaat de werkstroom naar de volgende stap. Wanneer er aan een voorwaarde wordt voldaan, kan de verantwoordelijke gebruiker de waarde die de voorwaarde activeerde, goedkeuren of afkeuren.

  1. Klik op het pictogram Startpagina.
  2. Selecteer Werkstroom en werkmappen > Configuratie werkstroom.
  3. Klik in het deelvenster Context op de versie waarop de stap van toepassing is.
    De versie en de bovenliggende configuratieset worden gemarkeerd. Het gedeelte Overzicht van werkstroomtaken somt de applicaties op voor welke planningstappen beschikbaar zijn, gegroepeerd op entiteit. Het aantal stappen van elk type werkstroom wordt weergegeven met pictogrammen die de status van de stappen aangeven.
  4. Klik in de kolom Configureren op het pijlpictogram van de applicatie waartoe de stap van de werkstroom behoort.
  5. Selecteer in het gedeelte Op objecten gebaseerde werkstroom de werkmap voor de stap.
  6. Klik op Fase toevoegen of klik op het pictogram Bewerken van een bestaande fase en geef deze informatie op:
    Naam
    Geef een naam op voor de fase.
    Actief
    Selecteer Actief om de stap beschikbaar te stellen.
  7. Voeg, indien nodig, meer fasen toe.
    U kunt fasen slepen en neerzetten om hun volgorde te wijzigen.
  8. Klik op het pictogram > en klik op Stap toevoegen om een stap aan een fase toe te voegen. Geef de volgende informatie op:
    Naam
    Geef een naam op voor de stap.
    Hiërarchische goedkeuring
    Dit selectievakje wordt ingeschakeld als Organisatorische planning is ingeschakeld op de planningsstap. Selecteer deze optie als de stap door meerdere fiatteurs moet worden beoordeeld.
    Actief
    Selecteer Actief om de stap beschikbaar te stellen.
    Geclassificeerd
    Classificatie stelt fiatteurs in staat om te werken met meerdere beslissingspakketten binnen een enkel rapport. Stappen die zijn gemarkeerd als Geclassificeerd worden weergegeven in een aparte groep op de pagina Taken van de verantwoordelijke fiatteur. U selecteert deze optie in het algemeen alleen voor stappen die om een of andere reden speciale aandacht nodig hebben.
    Type verantwoordelijke
    Deze optie is niet beschikbaar als Hiërarchische goedkeuring is geselecteerd. Geef op of een gebruiker of groep verantwoordelijk is voor het goedkeuren of afkeuren van de stap.
    Verantwoordelijk
    Selecteer de gebruiker of groep die verantwoordelijk is voor de stap.
    Aanpassing activeren
    Deze optie stelt de geselecteerde fiatteur in staat om de ingediende gegevens aan te passen voordat hij/zij deze goed- of afkeurt.
    Verplichte opmerkingen
    Als Verplichte opmerkingen is ingeschakeld, moeten planners een opmerking toevoegen aan iedere gegevensinvoer die ze uitvoeren. U kunt geen plan indienen als het toevoegen van verplichte opmerkingen is geactiveerd, maar niet alle invoeren een opmerking bevatten.
  9. Voeg, indien nodig, meer stappen toe.
    U kunt stappen slepen en neerzetten om hun volgorde te wijzigen.
  10. Geef een of meer voorwaarden voor elke stap op.
    Voor beslissingspakketten zijn voorwaarden vereist.
  11. Geef logische blokken op.
  12. Selecteer Voltooid wanneer u de werkstroom hebt geconfigureerd.
    Als de werkstroom voor een beslissingspakket is, wordt het pakket weergegeven in Applicaties > Beslissingspakketten.

    Als de werkstroom voor een beslissingspakket top-down is, worden de aan het pakket gekoppelde taken weergegeven in de takenlijsten van de gebruikers.