Het verschil in valutaomrekening berekenen

A, D en E zijn ontwikkelingsgroeperingen. Deze vereisen complexe logica voor valutaomrekening omdat individuele mutaties meestal anders zijn berekend dan het eindsaldo en dit leidt tot een valutaomrekeningsverschil. Elke mutatie kan verschillende parameters hebben voor de valutaomrekening. Zo worden individuele mutaties en het eindsaldo op de volgende manier berekend:

Beginsaldo van de groepering Bruto vaste activa: 200 USD
Toename tijdens een jaar: 300 USD
Afname tijdens een jaar: 150 USD
Wisselkoers voor het beginsaldo: 1,25 (rekeningkoers uit basisperiode)
YTD gemiddelde koers die wordt gebruikt voor het berekenen van de toename en afname: 1,33
De slotkoers van de periode die wordt gebruikt voor het eindsaldo: 1,41

Opening balance: 200/1.25 = 160 EUR
Increase: 300/1.33 = 225.56 EUR
Decrease: -150/1.33 = -112.78 EUR
Closing balance: 350/1.41 = 248.23 EUR

De individuele mutaties resulteren in een eindsaldo van 272,78 EUR, dat verschilt van het huidige berekende eindsaldo (248,23 EUR). Daarom moet een verschil in valutaomrekening worden berekend om het verschil tussen de individuele mutaties en het eindsaldo in de groepsvaluta (EUR) te overbruggen. Om de verschillen in de valutaomrekening correct weer te geven, wordt elke mutatie vergeleken met de waarde die zou zijn berekend op basis van de koers van het eindsaldo. Deze formule wordt gebruikt:

Waarde in de lokale valuta/koers van het eindsaldo – waarde die in de groepsvaluta is berekend

Op basis van die formule worden de individuele mutaties op de volgende manier berekend:

Opening balance: 200/1.41 – 160 = -18.16 EUR
Increase: 300/1.41 – 225.56 = -12.79 EUR
Decrease: -150/1.41 – -112.78 = 6.4 EUR

Het totaal van de individuele resultaten leidt tot een waarde van -24,55 EUR, wat overeenkomt met het verschil tussen het werkelijke eindsaldo en de som van de individuele mutaties. De waarde -24,55 wordt automatisch in het element Verschil in valutaomrekening ingevoerd voor de groepering Bruto vaste activa.