Een ad-hocrapport toevoegen

U kunt een INFOR.READ.SLICE-formule gebruiken om een ad-hocrapport aan te maken.

  1. Zorg ervoor dat Excel niet in de celbewerkingsmodus staat.
  2. Selecteer een cel waarin u de formule wilt toevoegen.
  3. Klik op Ad-hocrapport.
  4. Selecteer een gegevensverbinding in de lijst of klik op het pictogram Verwijzing naar een cel om een verwijzingscel te selecteren.
    De verwijzingscel moet een geldige unieke naam voor een gegevensverbinding bevatten. Bijvoorbeeld BIBestPr_BestPracticesOLAP. U kunt slechts één celverwijzing gebruiken.
  5. Selecteer een kubus in de lijst of klik op het pictogram Verwijzing naar een cel om een verwijzingscel te selecteren.
    De verwijzingscel moet een geldige unieke naam voor een kubus bevatten. Bijvoorbeeld Analyse. U kunt slechts één celverwijzing gebruiken.
  6. Selecteer desgewenst de hiërarchieën voor filters. Klik op het pictogram Toevoegen en vink de selectievakjes van de vereiste hiërarchieën aan.
    U kunt ook op het pictogram Automatisch vullen klikken om de standaardhiërarchieën van ongebruikte dimensies toe te voegen. Ongebruikte dimensies zijn de dimensies waarin u niet handmatig hiërarchieën hebt geselecteerd voor filters, kolommen en rijen. We raden u aan om hiërarchieën voor kolommen en rijen te selecteren voordat u deze functie gebruikt. Anders worden alle standaardhiërarchieën geselecteerd voor filters.
  7. Selecteer de hiërarchieën voor kolommen en rijen. Klik op het pictogram Toevoegen en vink de selectievakjes van de vereiste hiërarchieën aan.
    NB

    De knop Rapport toevoegen is uitgeschakeld totdat u hiërarchieën voor kolommen en rijen selecteert.

  8. Als u een hiërarchie selecteert als een filter, wordt het standaardelement ervan gebruikt. Als u in plaats daarvan een of meer andere elementen wilt selecteren, klikt u op het pictogram Uitvouwen in de geselecteerde hiërarchie, vouwt u elementen uit in het deelvenster Elementen en schakelt u de selectievakjes van de vereiste elementen in. Om alle elementen te selecteren, vouwt u alle elementen uit en vinkt u het selectievakje in de kop van de lijst aan. U kunt ook op het pictogram Zoeken klikken in het deelvenster Elementen om naar specifieke elementen te zoeken.
    NB

    Selectie van elementen is niet beschikbaar voor kolommen en rijen.

  9. Klik desgewenst op het pictogram Opmaak weergeven in het deelvenster Elementen om het weergegeven elementkenmerk te wijzigen.
    Standaard is het elementbijschrift geselecteerd. In het deelvenster Elementen kunt u ook op het pictogram Zichtbaarheid van element klikken om de elementen te selecteren die u wilt weergeven.
  10. Klik op Rapport toevoegen.
    U kunt een gegenereerd rapport bijwerken door een andere gegevensbron te selecteren of door filters, kolommen en rijen toe te voegen of te verwijderen of door filterelementen te wijzigen. Als u een rapport wilt bijwerken, moet u een actieve cel in het rapportgebied selecteren. In de gebruikersinterface wordt de relevante hiërarchie gemarkeerd en worden de elementen hiervan in het deelvenster Elementen weergegeven. Nadat u de vereiste updates hebt uitgevoerd, klikt u op Rapport bijwerken.
    NB

    U kunt waarden binnen cellen uitvouwen en samenvouwen, ongeacht of de gebruikersinterface Ad-hocrapport toevoegen geopend of gesloten is. U kunt geen waarden in cellen samenvouwen en uitvouwen als u de terugschrijfmodus inschakelt.