De grootte van dashboards automatisch aanpassen
Als u dashboards wilt maken die op schermen van uiteenlopende formaten en resoluties bruikbaar en aantrekkelijk blijven, moeten ontwerpbeslissingen worden genomen in zowel Dashboards als in Application Studio.
Dit zijn in het kort de vereiste stappen in Application Studio en in Dashboards voor het maken van dashboards waarvan de grootte automatisch wordt aangepast.
Zie het hoofdstuk Application Studio.
- Autoformaat
- De functie Application Studio moet u opgeven dat een rapport tot een opgegeven minimumgrootte mag worden verkleind. In Dashboards moet u opgeven dat de widgets waarin de rapporten worden weergegeven, automatisch de beschikbare ruimte moeten vullen. van elk dashboard is standaard ingeschakeld. Dit betekent echter niet dat een dashboard bruikbaar zal blijven voor verschillende schermgrootten. In
- Verkleinen en vergroten
- In Application Studio kunt u rapporten maken waarin een of meerdere kolommen en rijen groter of kleiner kunnen worden. U kunt verkleinen en vergroten toestaan voor meerdere kolommen en rijen, zoals vereist. U kunt bijvoorbeeld vergroten en verkleinen alleen inschakelen voor de kolommen en rijen die een diagram bevatten. Als u rapporten wilt kunnen vergroten of verkleinen, moet deze functie echter slechts op één kolom of rij zijn ingeschakeld.
- Rapportgrootte
- Toestaan van het vergroten en verkleinen van rapporten is niet afdoende om te verzekeren dat deze bruikbaar blijven. U kunt voorkomen dat de widgets, en de rapporten daarin, te klein worden door in Application Studio een minimumgrootte voor rapporten op te geven. De juiste minimumgrootte kan alleen worden bepaald door te testen hoe klein het rapport kan worden gemaakt zonder zijn bruikbaarheid te verliezen.
- Horizontaal en verticaal uitvullen van widgets
- U kunt opgeven dat widgets automatisch horizontaal of verticaal worden uitgevouwen om de beschikbare ruimte uit te vullen. Als u een dashboard hebt gemaakt met widgets die rapporten bevatten die kunnen worden vergroot en verkleind, geeft u de uitvulkenmerken van de widgets op. In veel gevallen zult u zowel horizontaal als verticaal uitvullen opgeven. Bij sommige widgets kunt u er echter voor kiezen om alleen verticaal of alleen horizontaal uitvullen op te geven. Als de inhoud van een rapport voornamelijk horizontaal is, zoals bij een lijndiagram of een sparkline, kunt u alleen horizontaal uitvullen opgeven.