Een toewijzingsstap maken op een toewijzingsniveau

Toewijzing wordt voltooid op niveaus in overeenstemming met regels die stappen worden genoemd.

  1. Klik op het pictogram Startpagina.
  2. Selecteer Applicaties > Financiële applicaties > Toewijzing > Configuratie > Configuratie.
  3. Klik op Toewijzingsniveau 0001 en selecteer het toewijzingsniveau waarop u de schaal wilt aanmaken.
    Klik op het tandwielpictogram in de kolom Toewijzingsstap om alle stappen of alleen de stappen binnen het geselecteerde niveau te bekijken.
  4. Klik op Nieuwe stap.
  5. Geef eventueel een omschrijving op in de kolom Omschrijving.
  6. Geef in de kolom Volgorde de volgorde op waarin de stappen moeten worden uitgevoerd.
    U kunt op de kolomkop klikken om de stappen in oplopende of aflopende volgorde te rangschikken.
  7. Optioneel kunt u klikken in de kolom Toewijzingsniveau om de selectie van het toewijzingsniveau te wijzigen. Indien gewijzigd, wordt het Toewijzingsniveau vernieuwd en bijgewerkt om het geselecteerde niveau te tonen.
  8. Activeer de entiteiten die worden beïnvloed door de toewijzing. De beschikbare entiteiten zijn degene die waren geselecteerd toen de configuratieset werd gedefinieerd.
    Optie Omschrijving
    Selecteer Alle entiteiten activeren. Activeer alle entiteiten die zijn geselecteerd in de definitie van de configuratieset.
    Klik op het pictogram Bewerken in de kolom Entiteit Selecteer de entiteiten die moeten worden geactiveerd.
  9. Klik op het pictogram Configuratie in de kolom Relatie Entiteit tot rekening definiëren. Voor iedere rekening die door de stap wordt beïnvloed, geeft u op of de toewijzing dezelfde is voor alle entiteiten, of dat de toewijzing voor iedere entiteit apart moet worden gedefinieerd.
  10. Klik op het pictogram Configuratie in de kolom Overzicht instellen van parameters.
    Voltooi het proces door parameters op te geven met of zonder een driver.