Het configureren van dimensiedetails

Gebruik het tabblad Configuratie categorie om categorieën toe te voegen die worden gebruikt in werkmappen en Beslissingspakketten. Categorieën zijn groepen waarin de dynamische kenmerken worden opgeslagen. De dynamische kenmerken die worden toegevoegd aan de categorie, worden gebruikt voor dimensiedetails. Dimensiedetails slaan aanvullende informatie op voor dimensies. U kunt bijvoorbeeld dimensiedetails gebruiken om basisprincipes op te slaan voor de organisatieplanning voor de dimensie Organisatie.

  1. Klik op het pictogram Startpagina.
  2. Selecteer Configuratie bedrijf > Configuratiesetspecifieke instellingen > Configuratie dynamische kenmerken.
  3. Klik op de koppeling voor het kenmerktype waarvoor u een categorie wilt toevoegen.
  4. Klik op het tabblad Configuratie categorie.
  5. Klik op Categorie Toevoegen. U kunt maximaal tien categorieën definiëren voor ieder type Dynamisch kenmerk.
  6. Geef een naam op voor de categorie. U kunt hiervoor maximaal 25 tekens gebruiken.
  7. Klik op OK.
  8. Klik op Regel toevoegen.
  9. Selecteer een dynamisch kenmerk. De lijst bevat alle dynamische kenmerken die het selectievakje Dimensiedetail hebben geselecteerd.
  10. Ga door met het toevoegen van categorieën en posten.
  11. Klik eventueel op Voorbeeld om de dimensiedetails te bekijken. In het voorbeeld kunt u geen gegevens opgeven. Gegevens worden gespecificeerd door fiatteurs of planners in de werkmap of het Beslissingspakket.

Klik op een pijl om een categorie uit te klappen of samen te vouwen.

U kunt categorieën en lijstelementen verplaatsen door Slepen en neerzetten met gebruik van het blauwe vak aan de linkerkant van een categorie of element.

Klik op Naam wijzigen om de naam van een categorie te wijzigen.

Klik op Categorie verwijderen om een categorie te verwijderen.