Metingen

Gebruik de pagina Feiten om algemene feiten en rekeningfeiten toe te voegen. Een feit wordt gebruikt om de prestaties te analyseren. Feiten worden gebruikt in werkmappen.

Algemene feiten zijn niet gekoppeld aan rekeningen. Rekeningfeiten zijn gekoppeld aan rekeningen en zijn alleen valutawaarden. U kunt een grootboekcode koppelen aan rekeningfeiten. Rekeningfeiten worden opgegeven samen met de valuta voor de rekening.

  1. Klik op het pictogram Startpagina.
  2. Selecteer Applicaties > Subplan > Strategy Management > Configuratie > Feiten.
  3. Klik op Globaal feit toevoegen en geef deze informatie op:
    Naam
    Geef een naam op.
    Periode
    Selecteer een periode.
    Trend
    Selecteer een trend. De trend geeft aan of het item beter of slechter wordt dan de laatste rapportageperiode.
    Valuta
    Geeft eventueel dit selectievakje op om valuta te converteren. Als u dit selectievakje niet inschakelt, worden valutawaarden in dollar getoond.
  4. Klik op OK.
  5. Klik op Rekeningfeit toevoegen en geef deze informatie op:
    Naam
    Geef een naam op.
    Periode
    Selecteer een periode.
    Trend
    Selecteer een trend. De trend geeft aan of het item beter of slechter wordt dan de laatste rapportageperiode.
  6. Klik op OK.

Klik op Bewerken om een feit te bewerken.

Klik op Verwijderen om een feit te verwijderen. U kunt alleen feiten verwijderen die niet worden gebruikt.