Analysedimensies van een werkmap Financiële Prognose configureren

Met de Werkmapwizard kunt u Analyse, Beslissingspakket en, voor applicaties die zijn gebaseerd op Designer, Strategiedimensies configureren.

  1. Klik op de Steeksleutel aan de rechterkant van de Analysedimensies om het dialoogvenster Sectie configureren te openen.
  2. Klik op Item selecteren en geef de dimensie op die u nodig hebt om dimensies toe te voegen.
  3. U kunt eventueel het selectievakje Dimensiedetails selecteren om de dimensie verder te configureren.
    Ga door met dit proces om meer dimensies toe te voegen.
  4. Als u de geselecteerde analysedimensies verder wilt configureren, klikt u naast de dimensie op Item selecteren en kiest u één van deze opties uit het menu:
    1. Klik op Elementen selecteren om het dialoogvenster Element selecteren te openen.
      Met gebruik van de volgende functies kunt u daarna deze elementen zoeken en filteren:
      • Als u wilt zoeken naar een element, geeft u een zoekterm op in het veld Zoeken.
      • Als u zoekresultaten wilt filteren, klikt u op het pictogram Filter.
      • Als u de filter wilt instellen op het vorige resultaat, klikt u op het pictogram Filter in vorig resultaat.
      • Als u de filter wilt resetten, klikt u op het pictogram Filter resetten.
      • Als u naar het volgende resultaat wilt gaan, klikt u op het pictogram Volgende zoeken of, om naar het vorige resultaat te gaan, op het pictogram Vorige zoeken.
      • Als u de resultaten wilt schakelen naar de weergave van een selectievakje, klikt u op het pictogram Selectievakjes gebruiken.
    2. Klik op Per niveau selecteren om het dialoogvenster Elementen selecteren per niveau te openen. Selecteer het niveau dat u wilt gebruiken uit het menu Niveau. U kunt ook het selectievakje Alles tonen selecteren om alle niveaus te tonen.
    3. Klik op Basiselementen selecteren om het dialoogvenster Basiselementen selecteren te openen. Selecteer het basisniveau dat u wilt gebruiken uit het menu Element. U kunt ook het selectievakje Alles tonen selecteren om alle niveaus te tonen.
    4. Klik op Onderliggende elementen selecteren om het dialoogvenster Onderliggende elementen selecteren te openen. Selecteer het niveau dat u wilt gebruiken in het menu Element en selecteer het type uit het menu Type. U kunt ook het selectievakje Alles tonen selecteren om alle niveaus te tonen.
    5. Klik op Afgeleide elementen selecteren om het dialoogvenster Afgeleide elementen selecteren te openen. Selecteer de ouder die u wilt gebruiken in het menu Ouder, selecteer dan het niveau dat u wilt gebruiken uit het menu Niveau en selecteer vervolgens de markering uit het menu Markering. U kunt ook het selectievakje Alles tonen selecteren om alle niveaus te tonen.
      Er wordt een voorbeeld weergegeven van de elementen die u hebt geselecteerd, in het gedeelte Voorbeeld van het dialoogvenster.
  5. Selecteer de elementen die u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.
    U kunt stap 2 herhalen om elementen aan andere analysedimensies toe te voegen.