De taal opgeven
De taal voor de gebruikersinterface en de taal voor de rapporten hoeven niet dezelfde te zijn. De namen van de rapporten en van de objecten en de tekst die daarin worden gebruikt, worden in een taaltabel opgeslagen. De taaltabel bevat een kolom waarin u vertalingen kunt typen.
In het dialoogvenster Namen en teksten bewerken kunt u teksten, mapnamen en rapportnamen bewerken.
In het dialoogvenster Taal geeft u de taal voor de gebruikersinterface en de rapporten op:
Selecteer
en selecteer de rapporttaal in de lijst Rapporttaal.Selecteer de taal voor de gebruikersinterface in de lijst Taal gebruikersinterface.
Als u de geselecteerde taal wijzigt, wordt het rapport opnieuw berekend.
Als u in het rapport aangepaste lijsten hebt gebruikt in een of meer hyperblocks of keuzelijsten met invoervakken, wordt de inhoud van de lijst niet automatisch omgezet naar de nieuwe taal.