Tabblad Opmaak van lijn- en pijlobjecten

In dit onderwerp worden de opties voor lijnen en pijlen op het tabblad Opmaak beschreven.

Objecten krijgen automatisch de naam van het objecttype gevolgd door een volgnummer. Bijvoorbeeld Line4. U kunt eventueel zelf een andere naam opgeven, zodat u het object kunt herkennen wanneer u er bijvoorbeeld naar verwijst in formules of acties.

Het veld Voorbeeld toont de effecten van uw selecties.

Selecteer in de lijst Breedte de breedte van de lijn.

Selecteer een type pijl in de lijst Kop wanneer u aan het rechteruiteinde van de lijn een pijl wilt plaatsen. Selecteer een type pijl in de lijst Einde wanneer u aan het linkeruiteinde van de lijn een pijl wilt plaatsen.

Selecteer een kleur voor de lijn en voor de pijl.

Selecteer Geen in de lijst Breedte wanneer u pijlkoppen wilt weergeven zonder lijn ertussen.