Functies gebruiken om de XML voor een variabele deelselectie te maken

U kunt een deelselectie maken met minimaal vier deelselectiefuncties. U kunt nog meer functies gebruiken om bijvoorbeeld rangschikking of kenmerken aan de assen van een deelselectie toe te voegen.

Dit onderwerp beschrijft het basisproces om een XML-variabele te maken die kan worden gebruikt als deelselectie.

  1. Bepaal welke hiërarchieën de kolommen en rijen van de deelselectie vormen en wat de hiërarchieën van de deelselectiebesturing vormen.
  2. Gebruik CREATESLICELISTS of CREATESLICELIST om de lijst te maken die op de rijen en kolommen van de deelselectie moet worden getoond.
    Om twee lijsten op de rijen en twee lijsten op de kolommen te tonen, moet u bijvoorbeeld twee CREATELISTS-functies gebruiken: één om de rijlijsten te maken en een om de kolomlijsten te maken. CREATESLICELISTS vereist een matrix van hiërarchieën en de MDX-definities van deze hiërarchieën.
  3. Gebruik CREATESLICELISTSEGMENT-functies om een segment voor de rijen en een segment voor de kolommen te maken.
    CREATESLICELISTSEGMENT verwijst naar de matrix van hiërarchieën en de uitvoer van de CREATESLICELISTS-functie.
  4. Gebruik CREATESLICEAXIS-functies om de rij- en kolomassen van de deelselectie te maken.
    CREATESLICEAXIS verwijst naar de matrix van hiërarchieën en naar de uitvoer van de functie CREATSLICESEGMENT.
  5. Gebruik CREATESLICEDEFINITION om de definitie voor de deelselectie te maken.
    CREATESLICEDEFINITION verwijst naar de uitvoer van de CREATESLICEAXIS-functies en naar een lijst met hiërarchieën voor de deelselectiebesturing.

    Gebruik bijvoorbeeld INITSLICERS om een XML-lijst met hiërarchieën voor de deelselectiebesturing te maken.

  6. Stuur de uitvoer van CREATSLICEDEFINITION naar een variabele en selecteer deze variabele in het dialoogvenster Nieuwe deelselectie.