Hyperblocks opmaken
- Klik in de ontwerpmodus op de rand van het hyperblock om het te selecteren.
-
Klik op de bladerknop in het hyperblock.
U kunt ook met de rechtermuisknop klikken en Hyperblock opmaken selecteren. Het dialoogvenster Hyperblock opmaken wordt weergegeven.
-
Geef deze informatie op in het tabblad Algemeen:
- Naam
- Standaard krijgen hyperblocks de naam HyperblockN, waarbij N een volgnummer is. U kunt de naam wijzigen om het verwijzen naar hyperblocks in formules eenvoudiger te maken.
- Lijst
- U kunt de toegewezen lijst aan het hyperblock wijzigen. Bijvoorbeeld door een globale lijst te selecteren in plaats van een lokale lijst.
- Kopiëren naar lokaal
- Converteert een globale lijst naar een lokale lijst.
- Ontwerpfunctie voor lijsten
- Opent de ontwerpfunctie voor lijsten
- Nieuw
- Maakt een sleuteluitvoercel.
- Bewerken
- Opent het dialoogvenster Eigenschappen hyperblock-uitvoer.
- Uitbreiding beginnen bij niveau:
- Hiërarchische lijsten kunnen worden uitgevouwen en samengevouwen in de rapportweergave.
NB
Als deze optie is geselecteerd, wordt de inhoud van het hyperblock altijd links uitgelijnd in de weergavemodus. Dit verbetert de leesbaarheid door de tekst nauw aan te laten sluiten op de pictogrammen voor uitvouwen en samenvouwen.
- Geef 1 op om alleen het hoogste niveau van de hiërarchie weer te geven. Geef 0 op om alle elementen weer te geven, met pictogrammen voor het uitvouwen of samenvouwen van alle of delen van de lijst. Geef -1 op om alle elementen uit te vouwen, zonder pictogrammen voor uitvouwen of samenvouwen.
- Tekst inspringen
- Indien geselecteerd, springt elk niveau van een hiërarchische lijst in ten opzichte van het bovenliggende niveau. Schakel dit selectievakje uit als u de niveaus direct onder elkaar wilt weergeven.
- Als Tekst inspringen is geselecteerd, wordt het selectievakje Formule ingeschakeld. U kunt een formule gebruiken om inspringing uit en in te schakelen. Schakel het selectievakje Formule in en geef de formule op. Als de formule
Onwaar
of een getal kleiner dan of gelijk aan nul retourneert, wordt de tekst niet ingesprongen.NBAls deze optie is geselecteerd, wordt de inhoud van het hyperblock altijd links uitgelijnd in de weergavemodus.
- Paginering
- Gebruik de velden Paginagrootte en Huidige pagina om een lijst weer te geven op meerdere pagina's. Geef variabelen op in de velden en gebruik acties om de waarden ervan te beheren. De paginagrootte bepaalt hoeveel elementen op elke pagina worden weergegeven.
- De paginagrootte en het huidige paginanummer zijn twee pagineringsgerelateerde hyperblock-eigenschappen waarnaar u in rapporten kunt verwijzen. Dit is de volledige lijst met pagineringsgerelateerde eigenschappen:
Eigenschap Syntaxis Paginagrootte =ReportObjects.[HB_name].pagesize
Aantal pagina's =ReportObjects.[HB_name].pagecount
Huidig paginanummer =ReportObjects.[HB_name].Currentpagenumber
Huidige paginagrootte =ReportObjects.[HB_name].Currentpagesize
Aantal rijen =ReportObjects.[HB_name].Rowcount
- U kunt ook de web-extensie Paginering gebruiken om paginering te implementeren.
- Waarde
- De sectie Waarde geeft een lijst van de sleuteluitvoercellen en de waardecel van het hyperblock.
- Weer te geven waarde (~)
- U kunt opgeven of het hyperblock bijvoorbeeld de unieke namen van elementen of de bijschriften ervan weergeeft. Uw selectie kan worden beïnvloed wanneer een getalnotatie is toegepast op de sleuteluitvoercel. Wanneer de getalnotatie van de sleuteluitvoercel is gebaseerd op de tilde (~), heeft dat gevolgen voor de selectie in de kolom Weer te geven waarde. Als echter een @ als getalnotatie is geselecteerd, toont het hyperblock de unieke namen van elementen, ongeacht wat u in de kolom Weer te geven waarde selecteert.
- Positie
- U kunt de positie van de sleuteluitvoercel in een hyperblock opgeven.
- Kies op het tabblad Vormgeving of u het hyperblock met een rand wilt weergegeven. Als u dat wilt, kiest u de kleur en de dikte ervan.