Actie Element selecteren

U kunt bijvoorbeeld een actie Element selecteren definieren voor elke segmentdimensie in een rapport. U kunt het actieresultaatobject daarna gebruiken om de geselecteerde elementen door te geven aan een variabele.

Selecteer in het veld Invoer van het dialoogvenster Actie opgeven de lijst waaruit het element opgehaald moet worden. Als u vooraf een element wilt selecteren, voert u het in bij de invoer Element selecteren.

Gebruik de invoer voor Weergave-indeling om de opmaak op te geven waarin de elementen moeten worden weergegeven. Bijvoorbeeld Bijschrift of Unieke naam. Als u combinaties van indelingen wilt weergeven, zoals unieke naam en bijschrift, selecteert u <Tekenreeks speciale indeling> Voor acties Element selecteren moeten tekenreeksen met speciale opmaak worden opgegeven als tekenreeksfuncties. U kunt bijvoorbeeld ="(U)C" opgeven om een unieke naam en bijschrift weer te geven, ="C(A)" om een bijschrift en kenmerk weer te geven of ="A1+A2" om de kenmerken 1 en 2 weer te geven.

Standaard kunnen gebruikers alleen afzonderlijke elementen selecteren in het dialoogvenster Element zoeken. Als u gebruikers wilt toestaan om meerdere elementen te selecteren, selecteert u de invoer Meervoudige selectie inschakelen. In het dialoogvenster Element zoeken kunt u selectievakjes inschakelen om meerdere of afzonderlijke elementen te selecteren. U kunt ook meerdere elementen selecteren door middel van Ctrl + klikken of Shift + klikken. Als u meerdere elementen selecteert, wordt de selectie opgeslagen in de variabele als XML voor meervoudige selectie. Als een gebruiker een afzonderlijk element selecteert, wordt de unieke naam van het element opgeslagen in de variabele.

Gebruik de invoer voor Elementlimiet om het aantal weer te geven elementen te beperken in het dialoogvenster Element selecteren. Geef een getal of een formule op die het vereiste getal retourneert. Of selecteer Geen limiet.

De titel van het dialoogvenster Element selecteren is standaard Element selecteren. Gebruik de invoer voor Titel dialoogvenster om een andere titel op te geven. U kunt de naam van de lijst gebruiken die wordt weergegeven, een door de gebruiker gedefinieerde reeks of een formule.

De parameters van de actie worden toegepast nadat het element aan de variabele is doorgegeven. De actie Element selecteren ondersteunt het object Resultaat actie. Actions.Result.Text bevat het resultaat van de huidige actie. Klik op Parameter toevoegen en selecteer de variabele waaraan u het geselecteerde element wilt doorgeven. Selecteer Actions.Result.Text als de waarde van de parameter.