Dynamische rapporten

U kunt verschillende niveaus van dynamiek toevoegen aan rapporten.

Zo kunt u bijvoorbeeld een keuzelijst met invoervak toevoegen, waarin gebruikers een segmentdimensie kunnen selecteren. U kunt ook een volledig dynamisch rapport maken, waarin gebruikers kunnen selecteren over welke gegevensverbinding, kubus en dimensies ze willen rapporteren en bijvoorbeeld via slepen en neerzetten de dimensies kunnen selecteren die ze op de rij- en kolomassen willen gebruiken.

Dergelijke volledig dynamische rapporten zijn database-onafhankelijk en worden niet beïnvloed door wijzigingen in de structuur van een gegevenskubus.

Dit hoofdstuk beschrijft verschillende methoden en technieken voor het toevoegen van dynamiek aan rapporten.

Goede werkwijze

Bij het maken van dynamische rapporten wordt gebruikgemaakt van rapportvariabelen en globale variabelen. Gebruik waar mogelijk rapportvariabelen:

  • Het is niet eenvoudig om te bepalen op welke rapporten globale variabelen betrekking hebben. Als rapportvariabelen worden gebruikt, bevat de map Globale variabelen geen variabelen waarvan het doel onduidelijk is.
  • In momentopnamen van rapporten kunnen alleen rapportvariabelen worden opgeslagen. Als in het rapport globale variabelen worden gebruikt, is het mogelijk dat de momentopname niet de gegevens weergeeft die u verwacht.
  • In Application Studio Service kunt u meerdere exemplaren van een rapport openen op afzonderlijke tabbladen en elk geopend exemplaar afzonderlijk bijwerken. U kunt bijvoorbeeld een datum opslaan in een globale variabele. Als u de bijbehorende waarde wijzigt in één exemplaar van het rapport, wordt het tweede geopende exemplaar van het rapport niet bijgewerkt. Als u vervolgens een waarde terugschrijft naar het tweede exemplaar, wordt deze waarde niet teruggeschreven zoals verwacht.