Hyperblocks nesten

U kunt hyperblocks nesten zodat een hyperblock een of meer andere hyperblocks bevat. U kunt deze techniek gebruiken om afzonderlijke tabellen met gegevens te genereren uit een formule. Elke tabel geeft een ander gegevenssegment weer, beheerd door het buitenste hyperblock.

In dit voorbeeld wordt het voorbeeld 'Overlappende hyperblocks' verder uitgebreid door de overlappende hyperblocks te nesten binnen een hyperblock dat is gekoppeld aan de dimensie Regio van de Analysis-kubus uit de voorbeeldapplicatie.

Uit dit voorbeeld blijkt ook het belang van deze opmerking:

NB

Als u een formule toevoegt aan de waardecel van een hyperblock, of aan de gedeelde waardecel van overlappende hyperblocks, verwijst de formule automatisch naar de hyperblocks. De formule verwijst ook automatisch naar enige bestaande regels in het rapport, bijvoorbeeld in keuzelijsten met invoervak. Als u vervolgens extra lijstobjecten toevoegt, moet u de formule handmatig aanpassen om ernaar te verwijzen.

Als u een formule invoegt buiten een hyperblock, verwijst de formule automatisch naar eventuele andere lijstobjecten in het rapport, maar niet naar het hyperblock.

  1. Maak of open het rapport dat wordt beschreven in het onderwerp Overlappende hyperblocks.
  2. Klik op cel B9 en sleep vervolgens de dimensie Regio uit de Databasestructuur naar cel B9.
    Er wordt een hyperblock gemaakt dat de overlappende hyperblocks in de cellen B11 en C10 insluit.
  3. Bekijk het rapport in de weergavemodus.
    Er wordt een afzonderlijke gegevenstabel weergegeven voor elk ouderelement van de dimensie Region. U kunt elke regio uitvouwen zodat afzonderlijke tabellen worden weergegeven voor de kindelementen.
    NB

    De gegevens zijn in elke tabel hetzelfde. Dit komt doordat de formule in C11 niet is bewerkt en niet verwijst naar het hyperblock Region.

  4. Klik in de ontwerpmodus op cel C11 en klik vervolgens op OLAP-formule bewerken in de werkbalk Objecten.
    Het dialoogvenster OLAP-formule bewerken wordt weergegeven.
    NB

    Naar de dimensies Product en Period wordt verwezen door de celverwijzingen ervan. Maar voor de dimensie Region wordt de dimensie All Regions geselecteerd.

  5. Klik op All Regions en selecteer B9 in de vervolgkeuzelijst.
  6. Klik op OK en bekijk het rapport in de weergavemodus.
    De gegevens in elke tabel verwijzen naar de bijbehorende regio.