De actie Dialoogvenster openen en de actie Dialoogvenster sluiten

In dit voorbeeld wordt de interactie geïllustreerd tussen de actie Dialoogvenster openen, actie Dialoogvenster sluiten, de modus Dialoogvenster OK en de modus Dialoogvenster annuleren.

  1. Maak rapporten aan met de volgende namen: Bron, Doel, Bij OK en Bij annuleren.
  2. Voer in het bronrapport Doelrapport openen in een cel in.
  3. Klik met de rechtermuisknop op Doel openen en selecteer Actie opgeven.
    Het dialoogvenster Actie opgeven wordt weergegeven.
  4. Selecteer Dialoogvenster openen als het type en Hyperlink als de modus.
  5. Selecteer in Invoer de waarde Doel als de waarde van het doelrapport.
  6. Dubbelklik op Actie toevoegen en selecteer Springen als het type en Dialoogvenster OK als de modus.
  7. Selecteer Bij OK als het doelrapport.
  8. Dubbelklik op Actie toevoegen en selecteer Springen als het type en Dialoogvenster annuleren als de modus.
  9. Selecteer Bij annuleren als het doelrapport.
  10. Klik op OK.
  11. Open het rapport Doel.
  12. Voeg een knop in in een cel.
  13. Dubbelklik op de knop.
    Het dialoogvenster Objecteigenschappen wordt weergegeven.
  14. Geef de knop de titel OK.
  15. Selecteer Actie uitvoeren na klik en klik op de bladerknop.
    Het dialoogvenster Actie opgeven wordt weergegeven.
  16. Selecteer Dialoogvenster sluiten als het actietype en Klik op knop als de modus.
  17. Selecteer in Invoer OK als de waarde van de invoer voor Resultaat dialoogvenster.
  18. Klik op OK.
  19. Voeg een tweede knop in het rapport in en geef deze de naam Annuleren.
  20. Herhaal stap 15 tot en met stap 18 maar selecteer bij stap 17 Annuleren als de waarde van de invoer voor Resultaat dialoogvenster.
Als u in het rapport Bron op Doel openen klikt, wordt het rapport Doel geopend. Als u op OK klikt, wordt het rapport Doel gesloten en het rapport Bij OK geopend. Als u in het rapport Doel op Annuleren klikt, wordt het rapport Bij annuleren geopend.