unieke naam
Ieder element van een dimensie heeft een unieke naam die wordt gegenereerd wanneer de dimensie wordt gemaakt door de OLAP. De unieke naam geeft een unieke omschrijving van een afzonderlijke waarde in een multidimensionale database. De notatie is
[Naam dimensie].[Niveau 1].[Niveau 2].[Niveau n] (bijvoorbeeld [Region].[All Regions].[Europe])
. Dit staat tegenover het bijschrift, oftewel de beschrijvende naam van een element. Over het algemeen zijn bijschriften handiger in het gebruik dan een unieke naam. Ze worden dan ook standaard gebruikt in rapporten. Functies voeren bewerkingen echter uit via de unieke namen, niet via bijschriften.