Verificatie en autorisatie

De beveiliging van de inhoud in Infor d/EPM wordt beheerd via verificatie en autorisatie.

Verificatie bepaalt welke gebruikers toegang hebben tot inhoud.

De autorisatie bepaalt welke inhoud door geverifieerde gebruikers kan worden gebruikt en in welke mate.

De volgende autorisatieniveaus zijn beschikbaar:

  • Toegang tot applicaties en globale machtigingen: Hiermee bepaalt u tot welke applicaties gebruikers toegang hebben en of ze bijvoorbeeld rapporten kunnen maken of een database kunnen beheren.
  • Toegang tot rapporten en dashboards: Hiermee bepaalt u tot welke rapporten en dashboards gebruikers toegang hebben.
  • Gegevenstoegang: Hiermee bepaalt u welke OLAP-gegevens gebruikers kunnen bekijken en bewerken. Met gegevenstoegang kunnen verschillende gebruikers verschillende gegevens weergeven in hetzelfde rapport. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat verkoopmanagers alleen de verkoopcijfers voor hun eigen regio's zien.

Infor d/EPM gebruikt eenmalige aanmelding als beveiliging. Aan geverifieerde gebruikers wordt een ticket toegewezen dat wordt gebruikt voor toegang tot applicaties, rapporten, dashboardtoegang en voor gegevenstoegang.

Verificatie kan Basis, LDAP of IFS zijn. Alleen IFS wordt ondersteund in cloudomgevingen. In de cloud loggen gebruikers in via Infor Ming.le om toegang te krijgen tot de applicaties die worden uitgevoerd in Infor Ming.le.