Een gegevensverbinding toevoegen

  1. Selecteer Dashboards > Beheer van applicaties > Gegevensverbindingen.
  2. Selecteer de applicatie waarin u de gegevensverbinding wilt maken.
  3. Klik op Toevoegen en selecteer de categorie van de gegevensverbinding die u wilt toevoegen.
  4. Geef op het tabblad Algemeen een naam op voor de gegevensverbinding. Geef eventueel een omschrijving op.
    De unieke naam van de verbinding wordt automatisch afgeleid van de naam die u opgeeft.
  5. Klik op het tabblad Verbinding. De opties op het tabblad zijn afhankelijk van de categorie van de gegevensverbinding.
  6. Voor relationele verbindingen en XMLA selecteert u een van de volgende opties:
    Optie Omschrijving
    Gegevensverbinding definiƫren Provider, host, referenties en database opgeven.
    Koppelen aan gegevensverbinding in andere app Een bestaande gegevensverbinding selecteren die door een andere applicatie wordt gebruikt.
    Ingebouwde tijdelijke database gebruiken De tijdelijke database gebruiken.
  7. Voor relationele en XMLA-verbindingen klikt u op het tabblad Geavanceerd en geeft u de opties voor de verbinding op.
  8. Klik op het tabblad Gebruik en geef op in welke clients de verbinding kan worden gebruikt en of de verbinding kan worden gebruikt in andere applicaties.