BOD-scheidingsregels aanmaken

Selecteer Vrijgavebeheer > > .

Klik op Aanmaken om de detailweergave van de pagina BOD-scheidingsregels te openen.

Geef de volgende kopinformatie op:

Geldig vanaf: Dit veld geeft de begindatum aan van de geldige periode voor de configuratie.; Klik tijdens het bewerken op de knop Kalender om de begindatum te selecteren in een kalender.
Geldig t/m: Dit veld geeft de einddatum aan van de geldige periode voor de configuratie.; Klik op de knop Kalender om de einddatum te selecteren in een kalender.
Opmerking: Hier kunt u een korte omschrijving ter verduidelijking van het doel van de configuratie bekijken of opgeven.
Klant: De klant is een willekeurige set tekens die wordt gebruikt als unieke aanduiding van een klant in een financiële entiteit. De klant wordt overgenomen uit het ERP-systeem.; Klik tijdens het bewerken op de knop Zoeken van het veld. Selecteer de klant in de lijst die wordt weergegeven in het dialoogvenster.
Naam klant: Dit veld de naam van de klant die het contract heeft.; Wanneer u een klant selecteert, wordt de naam van de klant automatisch weergegeven.
Verzenden aan: Controleer de verzenden aan-ID van de contractregel of geef deze zo nodig op. Dit veld geeft de locatiecode aan die samen met de verzenden aan-locatie wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.; Klik tijdens het bewerken op de knop Zoeken van het veld. Selecteer de verzenden aan-locatie van de klant in de lijst die wordt weergegeven in het dialoogvenster. De weergegeven verzenden aan-locaties zijn geldig voor de geselecteerde klant.
Verzenden aan-naam: Bekijk de naam van de locatie die samen met de ID van de Verzenden aan-locatie wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.
Intern artikel: Controleer het interne artikelnummer van de contractregel dat door de leverancier wordt gebruikt en het artikel identificeert, of geef dit interne artikelnummer zo nodig op.; Klik tijdens het bewerken op de knop Zoeken van het veld. Selecteer het door de leverancier gebruikte artikel in de lijst die wordt weergegeven in het dialoogvenster. De artikelen die worden weergegeven, zijn geldig voor de geselecteerde klant en verzenden aan.
Artikelomschrijving: Dit veld toont de omschrijving van het interne artikel.
Financiële entiteit: De financiële entiteit is een onderneming of een subset van een onderneming. De financiële entiteit is onafhankelijk met betrekking tot een of meer operationele of financiële functies. Een financiële entiteit stelt een winst- en verliesrekening en een balans op op basis van een volledige, vereffende set transacties. Een financiële entiteit is vaak ook een juridische entiteit. Een financiële entiteit wordt gedefinieerd binnen een tenant en kan locaties bevatten. U kunt niets in het veld invoeren. De financiële entiteit wordt automatisch ingesteld wanneer u de gegevens opslaat. De standaardinstelling is de financiële entiteit waar u momenteel werkt.

Vouw de veldgroep Notities uit en geef een tekst met uitleg over de BOD-scheidingsregel op.

Klik op de knop Aanmaken van de lijst met BOD-scheidingsregels om een BOD-scheidingsregel toe te voegen.

Het dialoogvenster BOD-scheidingsregel wordt weergegeven.

Selecteer een BOD-type in de vervolgkeuzelijst BOD-type. Het BOD-type is een Verzendschema of een Planningsschema. De geselecteerde vereisten van het gecombineerde plan worden toegewezen aan dit BOD-type.

Als u de vereisten uit het gecombineerde plan die nog niet zijn toegewezen aan het verzendschema wilt toewijzen aan het planningsschema, schakelt u het selectievakje Alle vereisten overdragen die niet in het verzendschema zijn gespecificeerd in. U kunt dit selectievakje inschakelen als het BOD-type Planningsschema is.

Vouw Verplichtingsniveau uit:

Plan overdragen op basis van verplichtingsniveau: Geef de planningsstatus op die de overdracht van de vereisten vanuit het gecombineerde plan naar de ShipmentSchedule- en de PlanningSchedule-BOD's aanstuurt. De vaste en geplande vereisten van het gecombineerde plan worden op basis van hun schemastatus gescheiden en toegewezen aan PlanningSchedule- en ShipmentSchedule-BOD's. U kunt de volgende planstatussen selecteren:
Vaste vereisten: Schakel dit selectievakje in om vereisten met de schemastatus Vaste vereiste toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.
Geplande vereisten: Schakel dit selectievakje in om vereisten met de schemastatus Geplande vereisten toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.

Vouw Frequentie uit:

Schema's overdragen op basis van de frequentie: Geef de frequentie op die de overdracht van de vereisten vanuit het gecombineerde plan naar de ShipmentSchedule- en de PlanningSchedule-BOD's aanstuurt. U kunt vereisten op basis van hun frequenties scheiden en toewijzen aan het gedefinieerde BOD-type door de volgende opties te selecteren:
Dag: Schakel dit selectievakje in om vereisten met een frequentie die is opgegeven in dagen, toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.
Week: Schakel dit selectievakje in om vereisten met een frequentie die is opgegeven in weken, toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.
Maand: Schakel dit selectievakje in om vereisten met een frequentie die is opgegeven in maanden, toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.
Overig: Schakel dit selectievakje in om vereisten met een andere frequentie toe te wijzen aan het gedefinieerde BOD-type.

Vouw Tijdsperioden uit:

Schema's overdragen in tijdperiode: De vereisten van het gecombineerde plan binnen een opgegeven tijdhorizon, worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type. Als u vereisten wilt toekennen aan het gedefinieerde BOD-type, schakelt u dit selectievakje in en geeft u de tijdhorizon in dagen op in het veld Dagen.
Schema's overdragen na tijdperiode: De vereisten van het gecombineerde plan die worden gepland na een opgegeven tijdhorizon, worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type. Als u vereisten wilt toekennen aan het gedefinieerde BOD-type, schakelt u dit selectievakje in en geeft u de tijdhorizon in dagen op in het veld Dagen.

Vouw Typespecifiek uit:

Verwezen

Schakel dit selectievakje in om vereisten waarnaar wordt verwezen over te brengen van het gecombineerde plan naar het gedefinieerde BOD-type.

Berichttype

Hiermee brengt u vereisten van een bepaald berichttype over van het gecombineerde plan naar het gedefinieerde BOD-type. Selecteer een berichttype uit de vervolgkeuzelijst:

Planningsschema: De vereisten van planningsschema's worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
Verzendschema: De vereisten van verzendschema's worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.

NB

Het geconfigureerde berichttype en berichtsubtype worden gebruikt als het oorspronkelijke berichttype en berichtsubtype van het inkomende BOD het uitgaande BOD aanstuurt. Alle vereisten van het inkomende BOD met dit geconfigureerde berichttype worden gepubliceerd in het uitgaande BOD-type. Op de BOD-scheidingsregel kunnen geen andere kenmerken, zoals Vaste vereiste of Geplande vereisten, worden geconfigureerd. Voorbeeld: een handelspartner verzendt vaste en geplande vereisten alleen in een PlanningSchedule-BOD. Deze vereisten moeten uitsluitend worden verzonden door de leverancier. Het berichttype van de BOD-scheidingsregel voor het uitgaande ShipmentSchedule-BOD moet dan ook worden ingesteld op Planningsschema. Het selectievakje Alle vereisten overdragen die niet in het verzendschema zijn gespecificeerd van de BOD-scheidingsregel voor het uitgaande PlanningSchedule-BOD moet worden ingeschakeld. Via deze configuratie worden alle vereisten overgebracht naar ShipmentSchedule-BOD's en geen enkele vereiste naar de PlanningSchedule-BOD's. Het berichtsubtype is niet per se vereist voor deze configuratie.

Berichtsubtype

Hiermee brengt u de vereisten van een bepaald berichtsubtype over van het gecombineerde plan naar het gedefinieerde BOD-type. U kunt een berichtsubtype selecteren in de vervolgkeuzelijst:

Standaard: De vereisten worden standaard overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
RAN: De vereisten van het berichtsubtype RAN worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
GPI: Dit berichtsubtype wordt gebruikt voor het berichttype Verzendschema in het Renault-proces GPI. GPI is een geïntegreerd productiecontrolesysteem dat door Renault-assemblagefabrieken wordt gebruikt. In het GPI-proces ontvangen leveranciers vrijgaveorders met een unieke transport-ID op vereisteregelniveau en een verbruikspunt op planniveau. Zendingen worden op transport-ID gegroepeerd.
L3P: Dit berichtsubtype wordt gebruikt voor het berichttype Verzendschema in het Renault-proces L3P. In het L3P-proces ontvangen leveranciers vrijgaveorders met een transport-ID, een verbruikspunt en een verdelingszone op vereisteregelniveau. Zendingen worden gestructureerd op basis van verdelingszone, transport-ID en verbruikspunt. Elke vracht heeft een unieke transport-ID. Zendingen worden zo op basis van transport-ID gegroepeerd als een vracht meer dan één zending bevat.
CINDI: Dit berichtsubtype wordt gebruikt voor het berichttype Verzendschema in het Renault-proces CINDI. Het CINDI-proces werkt met GPI of L3P. In dit proces ontvangen leveranciers een verzendschema met RAN- of Kanban-nummer. De verwachte aankomstdatum is opgenomen in het bericht naast de velden die bekend zijn uit GPI en L3P. Het RAN- of Kanban-nummer is uniek voor vrijgaveorders op vereisteregelniveau. De transport-ID is uniek per vracht. Er zijn meerdere zendingen per vracht/transport-ID mogelijk. Er zijn meerdere RAN- of Kanban-nummers per zending en per artikel in een zending mogelijk. Het berichtsubtype CINDI wordt ook voor het LISA-proces gebruikt.
Ophaalblad: De vereisten van het berichtsubtype Ophaalblad worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
Manifest: De vereisten van het berichtsubtype Manifest worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
Kanban: De vereisten van het berichtsubtype Kanban worden overgebracht naar het gedefinieerde BOD-type.
Op volgorde geplaatst: Dit berichtsubtype wordt geselecteerd voor het berichttype Verzendschema. Het berichtsubtype wordt gebruikt om verzendschema's te verwerken die opeenvolgende informatie vereisen, bijvoorbeeld vrijgaveorders die gelijk lopen aan de productie. Als u het berichtsubtype Op volgorde geplaatst gebruikt, schakelt u het selectievakje Verwezen in. Vervolgens wordt een SequenceSchedule-BOD gepubliceerd.
Op volgorde geplaatst met verzendgelegenheid: Dit berichtsubtype wordt geselecteerd voor het berichttype Verzendschema. Wanneer Vrijgavebeheer een ShipmentSchedule-BOD ontvangt, wordt de pagina Berichtverwerkingsregels gecontroleerd op een afroep op volgorde van het berichtsubtype Op volgorde geplaatst met verzendgelegenheid die eveneens wordt verwacht van de klant. In dat geval wordt het ShipmentSchedule-BOD samengevoegd met het huidige enkelvoudige plan van het type Verzendschema. Het nieuwe enkelvoudige plan bevat de op volgorde geplaatste vereisten. Deze functie wordt met name gebruikt door handelspartner A0061 Ford Noord-Amerika.
Laadvolgorde: Dit berichtsubtype wordt geselecteerd voor het berichttype Verzendschema en wordt voor Honda gebruikt wanneer informatie over de partijvolgorde wordt verzonden. In dit geval bestaat het referentieveld uit het ordernummer van het schema en de partijvolgorde zodat de vrachtwagen wordt geladen zoals door Honda is verzocht.

Klik op OK om het dialoogvenster BOD-scheidingsregel te sluiten.

Herhaal stap 5 t/m 12 om de volgende BOD-scheidingsregel aan te maken.

NB

U moet een BOD-scheidingsregel aanmaken voor elk BOD-type, voor een Verzendschema en voor een Planningsschema.

Als u een BOD-scheidingsregel wilt bewerken, klikt u op de drill-downknop van een BOD-scheidingsregel. Breng de gewenste wijzigingen aan in de invoervelden van het dialoogvenster BOD-scheidingsregel.

Als u een BOD-scheidingsregel wilt verwijderen, selecteert u de regel en klikt u op de knop Verwijderen van de BOD-scheidingsregel.

Klik op Opslaan om de BOD-scheidingsregel op te slaan.

Er verschijnt een melding dat de BOD-scheiding is opgeslagen.