Werken met verpakkingseenheid-CUM's

NB

Deze stappen worden opgeslagen in een logboekhistorie.

  1. Selecteer Verzending > Verpakkingseenheid-CUM's.
  2. Geef zoekcriteria op in een of meer van de volgende velden om te zoeken:
    Klant
    Dit veld bevat een willekeurige set tekens die wordt gebruikt als unieke aanduiding van een klant in een financiële entiteit. De klant wordt ingelezen vanuit het ERP-systeem.
    Verzenden aan
    Dit veld geeft de locatiecode aan die samen met de verzenden aan-naam wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.
    Als goederen bij een externe serviceprovider (ESP) worden afgeleverd, geeft dit veld de Verzenden aan-locatie van de ESP aan.
    Type verpakkingseenheid klant
    Het type verpakkingseenheid van de klant wordt overgebracht vanuit het ERP-systeem. U kunt het type wijzigen om bijvoorbeeld labels te kunnen printen.
    Financiële entiteit

    Voor elke gebruiker moeten een of meerdere financiële entiteiten worden geconfigureerd. Voor een gebruiker dient u een van de financiële entiteiten in te stellen als standaard financiële entiteit.

    Elke transactie hoort bij de standaard financiële entiteit voor de gebruiker. De gebruiker kan de standaard financiële entiteit aanpassen via de keuzelijst met invoervak Financiële entiteit.

    De gebruiker kan de gegevens van de standaard financiële entiteit en overige toegewezen entiteiten weergeven.

  3. U kunt ook het selectievakje inschakelen in een rij om een positie te selecteren en op Resetten klikken.
  4. Indien gewenst kunt u klikken op Aanmaken om een record toe te voegen aan de verpakkingseenheid-CUM's.
  5. U kunt ook een positie selecteren en op Kopiëren klikken.
    Er wordt een nieuwe record toegevoegd die de gegevens van de geselecteerde positie bevat.
  6. U kunt ook een positie selecteren en klikken op Verwijderen om de record en zijn geschiedenis te verwijderen.
  7. U kunt ook een positie selecteren en klikken op Resetten. Het veld Verpakkingseenheid-CUM word op 0 gezet.