De kopinformatie en de eigenschappen van een coderegel controleren

De kopinformatie van de coderegel bevat belangrijke veldinformatie.

De regels voor eigenschappen van de codelijst tonen de opgegeven codes.

De kopinformatie en de eigenschappen van een coderegel controleren:

  1. Selecteer Basisgegevens > Codes.
  2. Klik op de drill-downknop van een coderegel.
  3. Controleer de kopinformatie van de coderegel:
    Naam
    Dit veld toont de naam van de coderegel die is overgenomen uit de codelijst.
    Component
    Elke codelijst moet worden toegewezen aan een functioneel gebied van de applicatie. Als een codelijst wordt gebruikt door meerdere functionele gebieden, moet deze codelijst worden toegewezen aan het gebied Infor Automotive Exchange Common.
    Selecteer tijdens het bewerken in de vervolgkeuzelijst een functioneel gebied waaraan de codelijst wordt toegewezen.
    Taalcode
    Dit veld toont de geselecteerde taal van de huidige instellingen voor talen en regio's.
    Hiërarchiestructuur
    Dit veld toont de zoekhiërarchiestructuur van de coderegel die wordt gebruikt om codes op te slaan en te openen. De zoekhiërarchiestructuur wordt overgenomen uit de codelijst. De hiërarchiestructuur bepaalt welke hiërarchiegegevens in de codes kunnen worden opgegeven.
    Omschrijving
    Dit veld toont de omschrijving van de coderegel die is overgenomen uit de codelijst.
    Incrementele codelijst
    Met een ingeschakeld selectievakje wordt aangegeven dat de onderliggende codelijst een incrementele codelijst is. Met incrementele codelijsten kunt u eigenschapswaarden van codes uit meerdere hiërarchieën verzamelen. U kunt een code-item aanmaken waarin alle standaardwaarden uit het hoogste niveau in de hiërarchie komen, namelijk de tenant. Een tweede code-item met dezelfde naam kan op een specifiek niveau in de hiërarchie worden aangemaakt, bijvoorbeeld op het niveau van de financiële entiteit. Als een code wordt opgegeven, worden eerst de eigenschappen van het niveau van de financiële entiteit geëvalueerd. Lege waarden worden aangevuld met waarden uit hetzelfde code-item op tenantniveau.
    Standaard invoer toegestaan
    Met een ingeschakeld selectievakje wordt aangegeven dat een code met de naam 'default' in de codelijst kan worden opgegeven. Deze code wordt als standaard gebruikt als de opgevraagde code niet in de codelijst staat. Een tijdzone die is opgegeven als de standaardwaarde wordt bijvoorbeeld gebruikt als andere waarden niet kunnen worden gevonden. Stel, de applicatie vraagt voor een specifieke gebruiker zijn/haar tijdzone op uit de codelijst TimeZonesOwn. Als er dan geen tijdzone is ingesteld voor die gebruiker, wordt de waarde gebruikt die als standaard is ingesteld.
    De hiërarchiestructuur dient overeen te komen
    Met een ingeschakeld selectievakje wordt aangegeven dat een applicatie die de codes opent gebruik moet maken van de opgegeven hiërarchiestructuur voor het zoeken van gegevens. Als de applicatie een code opvraagt, wordt alleen de code gebruikt die exact overeenkomt met de opgegeven zoekcriteria voor hiërarchieën.
    Hiërarchie- en datumvalidatie
    Deze optie geeft aan of automatisch een validatiecontrole van de hiërarchie en de datumbereiken van codes wordt uitgevoerd.
  4. Controleer de velden met algemene eigenschappen van de coderegel:
    Hiërarchiegegevens
    Concrete hiërarchie waarvoor de code geldig is. De zoekhiërarchiestructuur die wordt overgenomen uit de codelijst bepaalt welke hiërarchiegegevens kunnen worden opgegeven als eigenschapswaarden.
    Naam
    Naam van de code. De naam van de code kan slechts eenmaal worden gedefinieerd voor een specifieke tijdsperiode en hiërarchie. U kunt codes definiëren die dezelfde naam hebben voor verschillende tijdsperioden en hiërarchieën.
    Korte omschrijving
    Controleer de korte omschrijving van de code of geef deze zo nodig op. De korte omschrijving mag uit maximaal 512 tekens bestaan.
    Geldig vanaf

    Dit veld geeft de begindatum van de code aan.

    NB

    Voor toekomstige wijzigingen van de opgegeven gegevens kunt u een opvolgcode definiëren voor de volgende tijdsperiode en dezelfde hiërarchie.

    Geldig t/m
    Dit veld geeft de einddatum van de code aan.
  5. Controleer de velden met algemene eigenschappen van de coderegel: