Details van verpakkingsinstructies bewerken

Zie Verpakkingsinstructies begrijpen.

Gebruik de volgende procedure om de details van de verpakkingsinstructies te bewerken.

  1. Selecteer Verzending > Configuratie > Verpakkingsinstructies.
  2. Indien gewenst kunt u de functie Zoeken gebruiken om een verpakkingsinstructie te selecteren. Zie Verpakkingsinstructies zoeken.
  3. Klik in de lijst op de drill-downknop om een verpakkingsinstructie te selecteren.
  4. Klik op Bewerken.
  5. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Financiële entiteit

    Voor elke gebruiker moeten een of meerdere financiële entiteiten worden geconfigureerd. Voor een gebruiker dient u een van de financiële entiteiten in te stellen als standaard financiële entiteit.

    Elke transactie hoort bij de standaard financiële entiteit voor de gebruiker. De gebruiker kan de standaard financiële entiteit aanpassen via de keuzelijst met invoervak Financiële entiteit.

    De gebruiker kan de gegevens van de standaard financiële entiteit en overige toegewezen entiteiten weergeven.

    Artikel
    Dit veld toont het artikelnummer waarmee het artikel wordt gedefinieerd.
    Artikelomschrijving
    Dit veld toont een korte omschrijving van het artikel.
    Artikelgebruik
    Met het artikelgebruik wordt het gebruik van een artikel in categorieën ingedeeld, bijvoorbeeld op basis van omgevingsfactoren of de frequentie waarmee het artikel gebruikt wordt. Het wordt gebruikt als aanvullend zoekcriterium.
    Een seriedragend artikel wordt bijvoorbeeld mogelijk anders verpakt dan een reserveonderdeel.
    MEH verzonden hoeveelheid
    Dit veld toont de maateenheid voor de verzonden hoeveelheid.
    Prioriteit
    Geef een prioriteit op van 1 tot en met 999 om verpakkingsinstructies die dezelfde velden op zoekniveau hebben, van elkaar te onderscheiden. Hiermee kunt u alternatieve verpakkingsinstructies opgeven. Met 0 wordt de hoogste prioriteit aangegeven.
    Alleen verpakkingsinstructies met de prioriteit 0 worden automatisch gevonden. Als er geen verpakkingsinstructie met de prioriteit 0 wordt gevonden, wordt de instructie met de laagste prioriteit gebruikt.
    U hebt bijvoorbeeld een verpakkingsinstructie voor artikel A en klant B die automatisch gebruikt dient te worden. Geef dan voor deze verpakkingsinstructie 0 op als de prioriteit. Als u een andere verpakkingsinstructie met dezelfde veldspecificaties hebt, geef dan 1 op als prioriteit. Indien beschikbaar, kan een andere verpakkingsinstructie worden gebruikt ter vervanging wanneer verpakkingsmateriaal niet beschikbaar is.
    Omschrijving
    Geef een gedetailleerde omschrijving of samenstellingsinformatie op voor de verpakkingsinstructie.
    Handelspartner
    Dit veld bevat de handelspartner. De handelspartners worden beheerd als basisgegevenscodes.
    Klant
    Dit veld bevat een willekeurige set tekens die wordt gebruikt als unieke aanduiding van een klant in een financiële entiteit. De klant wordt ingelezen vanuit het ERP-systeem.
    Verzenden aan
    Dit veld geeft de locatiecode aan die samen met de verzenden aan-naam wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.
    Als goederen bij een externe serviceprovider (ESP) worden afgeleverd, geeft dit veld de Verzenden aan-locatie van de ESP aan.
    Geldig vanaf
    Dit veld toont de eerste dag waarop een record of instelling geldig is. De instellingen zijn geldig t/m de datum die is opgegeven voor het veld Geldig t/m.
    Geldig t/m
    Dit veld toont de laatste dag waarop een record of instelling geldig is. Zie Geldig van.
    Verpakkingsinstructie
    Dit veld toont een code waarmee de verpakkingsinstructie wordt aangeduid. Deze instructie beschrijft de manier waarop het artikel moet worden verpakt.
    Notitie
    Indien gewenst voegt u een notitie toe die uit verschillende regels tekst bestaat.
  6. Controleer deze informatie in de Lijst van regels verpakkingsinstructies of geef deze informatie zo nodig op.
    Niveau
    Dit veld toont een code waarmee het verpakkingsniveau wordt aangegeven. Het niveau verwijst naar de verpakkingshiërarchie. Niveau 1 staat voor het basisniveau, dat wil zeggen de verpakkingseenheid of het verpakkingsmateriaal op de vloer of de grond.
    Voorbeeld: Niveau 1: pallet, niveau 2: doos
    Volgnummer
    Dit nummer geeft de volgorde aan waarin de regels binnen een zending worden weergegeven en de volgorde waarin de taken worden uitgevoerd.
    Volgnummer parent verpakkingseenheid
    Dit veld toont het volgnummer van de verpakkingseenheid die de parent is van de huidige verpakkingseenheid. Het volgnummer van de pallet kan bijvoorbeeld het volgnummer van de parent verpakkingseenheid zijn van de doos op de pallet.
    Type verpakkingseenheid
    Dit veld toont de ID van het verpakkingsartikel. Verpakkingsartikelen zijn materialen die bedoeld zijn om andere verpakte materialen te bundelen of samen te houden.
    Gebruik verpakkingseenheid
    Dit veld bepaalt de manier waarop verpakkingseenheden worden gebruikt binnen de verpakkingseenheidstructuur.
    • INNER: Bevat goederen;
    • OUTER: Omvat een verpakkingseenheid die goederen bevat (INNER-/binnenverpakkingseenheid);
    • EMPTY: Alle accessoires die niet staan ingesteld op INNER of OUTER en geen functie hebben, zoals kleppen of deksels van verpakkingseenheden;
    • MIXED: Een OUTER-verpakkingseenheid met ten minste twee INNER-verpakkingseenheden die verschillende artikelen bevatten.
    Verpakkingseenheden/niveau
    Dit veld toont het aantal verpakkingseenheden op dit niveau in relatie tot het parent-niveau.
    Hoeveelheid inhoud
    Dit veld toont de hoeveelheid van het materiaal dat zich in de verpakkingseenheid bevindt.
    Het veld Hoeveelheid inhoud wordt alleen ingevuld voor de verpakkingseenheid die artikelen bevat. In alle overige gevallen wordt de waarde 0 gebruikt voor het veld.
    Verpakkingseenheden/laag
    Dit veld toont het aantal verpakkingseenheden per laag.
    Laag voltooien
    Als deze optie is geselecteerd, wordt een laag gevuld met verpakkingseenheden (als er artikelen worden verpakt in de verpakkingseenheden).
    Omschrijving
    Geef een omschrijving op, bijvoorbeeld instructies voor de verpakking. Of geef uitgebreide informatie met betrekking tot het verpakkingsmateriaal, zoals een aanduiding voor een gevaarlijke stof.
    Notitie
    Indien gewenst voegt u een notitie toe die uit verschillende regels tekst bestaat.
  7. Dubbelklik op Selecteren om een regel in de lijst te openen.
  8. Controleer deze informatie of geef deze informatie zo nodig op.
    Niveau
    Dit veld toont een code waarmee het verpakkingsniveau wordt aangegeven. Het niveau verwijst naar de verpakkingshiërarchie. Niveau 1 staat voor het basisniveau, dat wil zeggen de verpakkingseenheid of het verpakkingsmateriaal op de vloer of de grond.
    Voorbeeld: Niveau 1: pallet, niveau 2: doos
    Volgnummer
    Dit nummer geeft de volgorde aan waarin de regels binnen een zending worden weergegeven en de volgorde waarin de taken worden uitgevoerd.
    Volgnummer parent verpakkingseenheid
    Dit veld toont het volgnummer van de verpakkingseenheid die de parent is van de huidige verpakkingseenheid. Het volgnummer van de pallet kan bijvoorbeeld het volgnummer van de parent verpakkingseenheid zijn van de doos op de pallet.
    Type verpakkingseenheid
    Dit veld toont de ID van het verpakkingsartikel. Verpakkingsartikelen zijn materialen die bedoeld zijn om andere verpakte materialen te bundelen of samen te houden.
    Type verpakkingseenheid klant
    Het type verpakkingseenheid van de klant wordt overgebracht vanuit het ERP-systeem. U kunt het type wijzigen om bijvoorbeeld labels te kunnen printen.
    Gebruik verpakkingseenheid
    Dit veld bepaalt de manier waarop verpakkingseenheden worden gebruikt binnen de verpakkingseenheidstructuur.
    • INNER: Bevat goederen;
    • OUTER: Omvat een verpakkingseenheid die goederen bevat (INNER-/binnenverpakkingseenheid);
    • EMPTY: Alle accessoires die niet staan ingesteld op INNER of OUTER en geen functie hebben, zoals kleppen of deksels van verpakkingseenheden;
    • MIXED: Een OUTER-verpakkingseenheid met ten minste twee INNER-verpakkingseenheden die verschillende artikelen bevatten.
    Omschrijving
    Geef een gedetailleerde omschrijving of samenstellingsinformatie op voor de verpakkingsinstructie.
    Verpakkingseenheden/niveau
    Dit veld toont het aantal verpakkingseenheden op dit niveau in relatie tot het parent-niveau.
    Hoeveelheid inhoud
    Dit veld toont de hoeveelheid van het materiaal dat zich in de verpakkingseenheid bevindt.
    Het veld Hoeveelheid inhoud wordt alleen ingevuld voor de verpakkingseenheid die artikelen bevat. In alle overige gevallen wordt de waarde 0 gebruikt voor het veld.
    Verpakkingseenheden/laag
    Dit veld toont het aantal verpakkingseenheden per laag.
    Laag voltooien
    Als deze optie is geselecteerd, wordt een laag gevuld met verpakkingseenheden (als er artikelen worden verpakt in de verpakkingseenheden).